Van Alexander tot Zeus Lexicon

Eric Moormann en Wilfried Uitterhoeve (2007)

Gepubliceerd op 08-03-2017

Appolonios

betekenis & definitie

Apollonios van Tyana was een filosoof uit de 1e eeuw n.C., die in de voetsporen was getreden van Pythagoras en diens leer zeer strikt volgde. Hij trok door Klein-Azië en stond bekend als een wonderdoener en ziener die zeer ascetisch leefde. Tegelijkertijd predikte hij een monotheïstische leer, waarin Helios/Sol, de zonnegod, centraal stond. Volgens zijn biograaf Philostratos is hij om die reden ten tijde van Domitianus in 93 ter dood gebracht, al werd ook de ernstige beschuldiging geuit dat hij zich aan rituele kindermoord schuldig had gemaakt. Anderen nemen aan dat hij onder Nerva op natuurlijke wijze is overleden. Onder zijn wonderdaden worden genezingen van ongeneeslijk geachte zieken genoemd en zelfs de opwekking uit de dood.

Vooral door de laatste kwaliteiten dringt zich een vergelijking met Christus op, die we in de late oudheid dan ook vaak tegenkomen; soms wordt hij zelfs boven Christus gesteld. Philostratos schreef zijn werk rond 217 n.C. en baseerde zich op verloren gegane geschriften van leerlingen van Apollonius; de biografie heeft de vorm van een roman met reisverhalen. Apollonios zelf is auteur van een vita van Pythagoras; voorts zijn er enkele brieven en fragmenten van andere traktaten overgeleverd. In de tijd van de christenvervolgingen onder Diocletianus 302-305 is er dankzij een lovend geschrift nieuwe belangstelling voor Apollonios. De polemiek van christelijke zijde blijft op dat en andere geschriften uit die jaren gericht. Latijnse vertalingen van de biografie van Philostratos uit de 4e en 5e eeuw zijn voor Augustinus en Hiëronymus aanleiding tot ernstige waarschuwingen tegen deze concurrent.

Apollonios heeft vooral naam gemaakt als magiër en vervaardiger van talismans tegen ziekten en kwaad. Uit talrijke volkse geschriften ken-nen we vermeldingen van zulke kwaadwerende symbolen in het oosten van de Romeinse wereld. In Ecbatana zou hij sneeuw hebben afgeweerd, in Ktesiphon schorpioenen. In genoemde hoedanig-heid leeft de figuur in de Arabische en Perzische wereld voort.

Reeds in 1501-04 verschijnt een editie van Philostratos’ biografie bij Manutius, gevolgd door vertalingen in het Italiaans en Frans. Steeds wordt aan Eusebius van Caesarea en andere kerkvaders gerefereerd vanwege hun terechte afwijzing van Apollonios, maar tegelijkertijd neemt men, voor-al in magische en hermetistische literatuur, elemen-ten uit zijn gedachtewereld over. Het verhaal over een zekere Lamia, een vampier die de mooie jongen Mennipos zou hebben bespookt en door een bezwering van Apollonios werd getemd, is dankzij het gedicht Lamia van Keats 1819 bekend gebleven. In de 19e en 20e eeuw geldt Apollonios als een belangrijk symbool van de klassieke oudheid, omdat hij zich tegen het christendom te weer stelde en zo als een van de laatste voorvechters de antieke waarden vertegenwoordigt. Aldus treedt hij naar voren in drie gedichten van Kavafis 1896, 1897 (over de mysterieuze dood) en 1925 (over de verwerping van weelde) en bij Mulisch in verscheidene werken.