Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Gepubliceerd op 10-04-2020

Trein

betekenis & definitie

Het woord trein is al heel oud. Het is het Franse train dat werd overgenomen in de oorspronkelijke betekenis: gang, beweging (être en train is: aan de gang zijn).

Dan gaat het woord betekenen: duur, tijdsverloop. In een tekst van 1701 lezen wij over ‘een werck van langen treyn en aessem’. Vervolgens wordt trein gebruikt voor: voortgang, werking. Men sprak van munten die in trein gebracht werden (in omloop). Daarna betekent trein: koers, richting, methode. Naar de oude trein wil zeggen: naar oude gewoonte. Eindelijk gaat men trein ook bezigen voor: stoet, gevolg, tros en in het bijzonder voor al wat dient tot vervoer van wat een leger behoeft, dus: wagens, karren. Rijden die op rails en worden ze getrokken door een locomotief, dan heeft men een moderne trein.