Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Gepubliceerd op 10-04-2020

Salaris

betekenis & definitie

Het Latijnse woord sal betekent: zout. Het bijvoeglijk naamwoord, daarvan afgeleid, is: salarius en heeft dus de betekenis: het zout betreffende.

Daarvan werd weer een zelfstandig naamwoord gevormd: salarium, waarmee men aanduidde: het rantsoen zout dat aan de soldaten werd uitgedeeld. De salaria waren ook de inkomsten die de zoutpacht opleverde en zo komen wij op het gebied van de financiën. Men ging het woord ook bezigen voor uitkeringen die niets met zout te maken hadden en zo ontstond de betekenis: loon. Met dit verschil evenwel dat salaris nimmer wordt gebruikt voor weekloon, maar alleen voor: jaarloon. Iets van de deftige afkomst uit het Latijn is dus nog wel overgebleven.