Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Gepubliceerd op 10-04-2020

Allegaartje

betekenis & definitie

Het bijwoord allegaar, samengetrokken uit allegader drukt het begrip alles tezamen uit. In het enkelvoud betekent het woord dus: allemaal, in het meervoud: alle personen.

Men hoort nog wel eens: ik kan dat allegaar niet onthouden en Krelis Louwen zegtin Langendijks gelijknamige toneelstuk: ‘ik wil wel keuning zijn en je allegaar regeren’. Ons klinkt dat gebruik wat boers in de oren. Van allegaar is het zelfstandige naamwoord allegaartje gevormd dat vroeger betekende: een spel, zang of dans waaraan een heel gezelschap deelnam, maar dat nu gebruikt wordt voor een wat eigenaardige samenvoeging van niet bij elkaar passende personen of zaken. Men kan zeggen van een maaltijd uit kliekjes samengesteld: we eten vandaag een allegaartje maar kan ook een kabinet een allegaartje noemen als het is gevormd uit ministers die geen team vormen en die weinig betekenen.