Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Gepubliceerd op 10-04-2020

Adellijk

betekenis & definitie

Adellijk betekent natuurlijk: tot de adelstand behorend, handelend zoals het een edelman betaamt. Maar men bezigt het woord ook voor wildbraad dat iets te lang bewaard is en dat op het punt staat tot bederf over te gaan.

In deze betekenis komt het woord pas in de 18de eeuw voor. In een geschrift van 1780 leest men: ‘Men verkiest in het Wild een Reuktjen om dat het adelijk is, schoon het een beginnend bederf aanduidt.’ De verklaring van dit gebruik van het woord adellijk is dat men de begrippen adel en ouderdom vereenzelvigt. Bovendien werd wildbraad altijd gehouden voor een gerecht dat aan de hogere standen voorbehouden bleef. Vroeger zei men ook wel: die patrijs is van adel of: die patrijs is jonkerachtig. Het Engels kent: high, het Frans: avancé.