(vitalis), tot het leven behorend. Vitale capaciteit (capacitas, bevattingsvermogen), de hoeveelheid lucht, die na diepe inademing kan worden uitgeademd (Hutchinson).
V. centrum, levensknoop, het ademhalingscentrum; syn. noeud vital. Vitale depressie, V. melancholie, endogene, dus niet symptomatische of reactieve depressie of melancholie; een phase der manisch-depressieve psychose. Vitale indicatie, aanwijzing tot een geneeskundige handeling, die door levensgevaar geboden is. Vitale kleuring, kleuring van weefseldelen tijdens het leven, soms nog binnen het lichaam. Vitale sensibiliteit, gevoelsgewaarwordingen: pijn-, tast-, temperatuurzin. Vgl.
Gnostische sensibiliteit. Vital statistics, Engelse benaming voor statistiek van geboorten, ziekte en sterfgevallen.