(primórdius, oorspronkelijk). Primordiale deliria (Griesinger) de grondvormen der deliria; ook: primaire waanvoorstellingen, die niet door zinsbedrog worden verwekt.
Primordiale beenderen (van de schedel), beenderen, die zich ontwikkelen uit de primordiale, kraakbenige schedel (in tegenstelling met de dekbeenderen), nl. het achterhoofdsbeen, behalve het bovenste gedeelte, het wiggebeen bijna geheel, het zeefbeen, de pyramide, het tepelvormig uitsteeksel en de gehoorbeentjes. Primordiale schedel, eerste, eerst vliezige, dan kraakbenige aanleg van de schedel. P. ei, oer-ei. P. follikel, zie Oögonie.
