eig. een steen, die schoort, steun geeft; de benaming zal waarschijnlijk eerst voor een gedeelte (nml. dat in de kamer is) van wat wij nu daaronder verstaan, gebruikt zijn, en wel het waarschnlijkst nog speciaal van de zijwanden, die den rookvanger in de hoogte schoorden; een metselaar of timmerman spreekt, van een derg. ondersteunen van een hangend bouwdeel, juist van schoren. Steen is dan collectief (vgl.
De Steen voor: een steenen gebouw).