Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Gepubliceerd op 03-12-2020

Paschen

betekenis & definitie

bijvorm Paasch; het eerste is eig. de 3e nmv. mv. van Pasche (ontstaan uit de uitdrukkingen als te Paschen), uit gr.-lat. pascha, dat weder van hebr. oorsprong is. Paasch vindt men in de meeste samenstellingen; vandaar kwam die vorm ook als zelfst. woord in gebruik.