mnl. peer/, paert, pert enz., ook heden nog peerd, perd uitgesproken (verg. ster, star, gaarne, geerne, wereld, Waereld, wareld enz.), ontstaan uit een mlat. paraveredus, of daaruit reeds vervormde woorden; in het ohd. parafrid, pferfrit, geworden tot nhd. Pferd, ziet men eenigszins den weg waarlangs het woord veranderd is.
Het mlat. woord zelf is een gall.-mlat. woord veredus voor paard met een grieksch voorvoegsel para (= bij) ervoor. (Zie ook bij Folteren en Palfrenier).