Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Gepubliceerd op 03-12-2020

Opvijzelen

betekenis & definitie

ophemelen, bovenmate prijzen, eig. doormiddel van schroeven omhoog brengen, dus kunstmatig, met kunst en vliegwerk. Door toepassing van de schroefbeweging kan men namelijk met minder kracht, maar ook evenredig langzamer, een buitengewoon groot gewicht omhoogwerken.

Dezelfde beeldspraak vindt men ook in opgeschroefd, voor overdreven. Vijzelen komt van vijs = schroef, van het fra. vis, mlat. Vitis, in het lat. het woord voor wingerdrank; ook het ital. heeft hetzelfde woord (vite) voor schroef en wijngaardrank; de gedraaide vorm van de dunne rankjes heeft natuurlijk aanleiding gegeven tot de benaming van het werktuig. Vondel gebruikt (3, 856) Vijzelen overdrachtelijk in Jozef aan ’t Hof: „Hoe dickwils badtze my (Potiphar) Dat ick u vijslen zou in top van hof en huis”. Van het w.w. kwam als verbaalstam het z.nw. vijzel — windas of werktuig om iets van groot gewicht, locomotief, huis enz., omhoog te brengen. Een voorbeeld van opvijzelen in de werkelijke bet. vindt men b.v. in het volgende courantenbericht: „De tram werd opgevijzeld en de man er onder vandaan gehaald”. Een geheel ander woord is vijzel, werktuig om iets in fijn te stampen; dit schijnt in verband te staan met een stam, die wij in ’t latijn terugvinden in het w.w. pinsere = vermorzelen.