Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Gepubliceerd op 03-12-2020

Meistreel

betekenis & definitie

minstreel, mnl. menestreel, ministreel, meistreel), ontleend aan ’t ofra. menestrel van lat. ministerialis, eig. in ’t algemeen dienstman en dan zanger, die in dienst van een heer is. In den tijd van de Romantiek in de 19e eeuw is het archaïstisch weer gebruikt voor dichter of zanger.

Hofdijk werd om zijn balladen over Kennemerland de Kennemer Minstreel genoemd.