Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Gepubliceerd op 03-12-2020

Komenijswinkel

betekenis & definitie

winkel, waar allerlei kruidenierswaren e. a. eetwaren verkocht worden, als pleonasme gevormd uit komenij en winkel; komenij is toch met ij gevormd van komen, een ouden vorm voor koopman, en dus beteekenend bedrijf, nering en ook plaats van uitoefening van het bedrijf van een koopman; het is dus oorspronkelijk alleen winkel, verkoophuis, doch gebruikt voor een winkel, waar een zeer ruime keus van artikelen op gebied van kruiderij, drogisterij enz. was, wat vooral bij de vroegere regeling van patenten van veel belang was. Om die uitgebreidheid van soorten artikelen werd het door de volksetymologie beschouwd als ontstaan uit Kom en eisch winkel, d. w. z. een winkel, waar men alles kon koopen.

De vorm Koomen vindt men b.v. in W. D. Hooft, Stijve Piet 3: „lek gis datse tot de Koomen al weer wat gort is gaen koopen”.