Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Gepubliceerd op 03-12-2020

Heemraad

betekenis & definitie

mnl. heem-, heim-, hiemraet; ook -rader; thans college van raadslieden uit de bewoners van een polder, dat den dijkgraaf bijstaat, of een lid van dit college; vroeger algemeener: college van raadslieden uit de dorpelingen tot bijstand van den vertegenwoordiger van den landheer, in dorps- en ook dijkaangelegenheden. Heem is hier in de verouderde bet. van dorp, plattelandsgemeente, die het, naast die van woning, had.