Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Gepubliceerd op 03-12-2020

Grasduinen

betekenis & definitie

meestal: in iets. Zijn hart ophalen aan iets, naar hartelust iets doen, ergens van genieten.

In iets grasduinen, in iets gaan grasduinen, is door niet meer begrijpen ontstaan uit de uitdrukking: in grasduinen gaan, waarbij grasduinen genomen wordt voor een welige plaats om te weiden voor het vee, of als plaats van verlustiging voor wandelaars. Kil.: „Gras-duynen. Colles sive aggeres graminosi". Bredero 1, 229: „Heer hoe gaen mijn ooghen, in grasduynen graasent, weyen”. De Decker 1, 110: „Als gy myn’ goude munt met volle vuisten vat. . . Dan zyt gy in uw’ schick, dan gaet gy in grasduinen.” Marnix, in Byenkorf 43 a zegt: „haer (— zich)... verlusten in de beemden en grasduynen enz", in overdracht, zin. Daar men dit niet meer begreep en er dikwijls een bepaling ook met in bijkwam (Fokke Simonsz, Verz.

W. 7, 25: „Kijk, daarin zullen we bij leven en gezondheid, reis regt in grasduinen gaan), werd in bij grasduinen weggelaten; en ging men grasduinen als een werkw. beschouwen. Op derg. wijze gebruikt men ook grazemeien, dat echter op andere wijze ontstaan zal zijn nl. uit grazen en meien (vgl. zich vermeien), evenals spelemeien (vgl. ook spelevaren, hassehassen, harrewarren enz.).