Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Gepubliceerd op 03-12-2020

Gannef

betekenis & definitie

dief, bedrieger, schurk, van hebr. ganof, vrouwel. gannefle. Gannefie, schooiertje, misdadig jongetje; ook als liefkozend woord: mijn gannefie, vgl. diefje, deugnietje en dergelijke.

Cremer, Hanna 214: »Die jongen, ’t is een rechte gannef! Een leep gannefje.”