mnl. fiole, glazen flesch of vat, uit fra. fiole. Fiolen laten zorgen, meestal gespeld violen laten zorgen; volgens Vercoullie dit zelfde woord, en de bet. verklaard door de opvatting, dat de drinkebroers na hun gelagen niet afrekenden, maar dit aan de leege flesschen overlieten (mnl. fyolen laten sorgen).
Viool, ook als fiool uitgesproken, muziekinstr., is een geheel ander woord, zie ald.