Verklarend woordenboek Nederlands-Indië

Pieter Johannes Veth (2003)

Gepubliceerd op 15-08-2017

rotting 1

betekenis & definitie

rotting [Spaans riet]. Rotting is, volgens Weiland, ‘eigenlijk een rietachtig plantgewas, dat bij de kruidkenners den naam van rottang voert en verschillende soorten heeft, en in het gebruik een staf, van dat plantgewas genomen.’ Deze verklaring is weer zeer gebrekkig; voor een juiste zijn weinig meer woorden, maar wat meer zaakkennis nodig. Ons rotting en het Engelse rattan zijn verbasteringen van het Maleise rotan, hetwelk de algemene naam is van de rietpalmen, behorende tot de botanische geslachten Calamus en Daemonorops, en in een verbazend aantal soorten in de bossen van de Indische Archipel voorkomende. Over de oorsprong van het Maleise woord zelf uit te weiden ligt buiten mijn bestek; men zie daarover Van der Tuuk, Bataksch leesboek, deel IV, p. 119; maar wel is het van belang op te merken dat reeds in onderscheidene dialecten van de Indische Archipel zelf, in plaats van de finale n, in dit woord de neusklank ng gehoord wordt, zoals in het Makassaarse raoekang, het Batakse hotang, het Daïrische kĕtang. In de talen van Insulinde gaat de finale n zeer licht in ng over en menen de Europeanen deze laatste letter dikwijls ook daar te horen waar de inboorlingen de enkele n schrijven. Zo bijvoorbeeld in het gewone kojang voor het Maleise kojan, in orang oetang voor orang oetan, in Bintang, zoals de Europeanen de naam van het eiland Bintan uitspreken, enz. Vergelijk ook tang. En zo hebben de Europeanen van rotan veelal rotang gemaakt, bijvoorbeeld in de botanische soortnaam Calamus rotang.

Een andere opmerking tot verklaring van het verbasterde rotting is dat de Europeanen, daarvoor grond vindende in de inlandse uitspraak, geneigd zijn in Maleise en Javaanse woorden de tussen twee vocalen, waarvan de voorafgaande betoond is, geplaatste medeklinkers te verdubbelen of tussen de beide lettergrepen te verdelen, zoals in dammer, pagger, passer, slokkan, dessa en andere. Rotan werd dus rottang, en de toonloze a in de laatste lettergreep, door de versterking van de voorlaatste nog meer verkort, ging in dammar, paggar, passar in ĕ, in rottang in de nagenoeg evenzo luidende ĕ over. Men schreef dus rotting, welke vorm reeds zeer oud is en onder andere voorkomt bij Baldaeus, Beschrijvinge van Ceylon, p. 88.

Rotting is geheel een Nederlands woord geworden, zoals blijkt uit de vele daarmee gevormde samenstellingen, bijvoorbeeld rottingknop, rottingband, rottingolie, enz. In de handel onderscheidt men handrotting (zwaardere stukken op bepaalde maat gesneden voor wandelstokken) en bindrotting (lange, dunne stukken voor bindmiddel en vervaardiging van matten en meubelen gebruikt).

< >