Verklarend woordenboek Nederlands-Indië

Pieter Johannes Veth (2003)

Gepubliceerd op 15-08-2017

camarilla

betekenis & definitie

camarilla [hofkliek]. Camarilla is in het Spaans een verkleinwoord van camara ‘kamer, zaal’. In het bijzonder is camara een vertrek in het koninklijk paleis, waarin de vorst audintie geeft aan de gezanten van vreemde mogendheden, dat alleen voor zijn voornaamste dienaren en gunstelingen toegankelijk is, en waar de geheime zaken van staat behandeld worden. Camara of camarilla betekent dus ongeveer hetzelfde als ons kabinet, in de zin waarin van ‘het kabinet des konings’ gesproken wordt. En evenals dit met het woord kabinet het geval is, betekent ook camarilla, bij overdracht, de personen die in het aldus genaamde vertrek met de vorst beraadslagen, zijn geheime raden, de consulta, de kabaal, zoals men in Engeland ten tijde van Karel II de geheime raadslieden des konings noemde, de achterraad, zoals Hooft en Stijl de vertrouwde dienaren van Margareta van Parma, in tegenstelling tot de Raad van State, betitelen. In Spanje schijnt de uitdrukking camarilla om de geheime raadslieden van de Kroon, de achterraad, aan te duiden, vooral in zwang te zijn gekomen gedurende de regering van Philips VII, die gewoon was ’s avonds zijn kamerheren en dienaren rondom zich te verzamelen en zich geheel door hen liet leiden. Zie bijvoorbeeld Gervinus, Geschichte des XIXten Jahrhunderts, Band II, p. 163. De listen en kuiperijen van deze partij hebben aan het woord camarilla een slechte betekenis doen hechten. Het is thans in alle talen van het beschaafde Europa, en dus ook in de onze, in gebruik om elke vereniging of club van hovelingen aan te duiden, die de gunst van de vorst exploiteert om een voor henzelf of de belangen van hun stand voordelige, maar voor het algemeen welzijn veelal verderfelijke invloed op de regeringszaken uit te oefenen.

Het is duidelijk dat dit ook bij ons in historische en politieke geschriften somtijds gebruikte woord geen inbreuk maakt op de juistheid van de opmerking, bij kwispedoor gemaakt, dat ons volk tijdens de Spaanse heerschappij geen woorden uit de taal van de gehate vreemdelingen heeft overgenomen. [Zie echter de inleiding van deze heruitgave.]