tegenzin (informeel)
Hij was op zijn dertigste jaar en er ging haast geen dag voorbij waarin zijn biechtvader hem niet moest berispen om zijn vlagen van tegengoesting, van besluiteloosheid en niet weten wat willen.
(Louis Paul Boon, Het geuzenboek)
Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 1
Vlaamsheid: 3
Gepubliceerd op 21-07-2020
tegengoesting
betekenis & definitie