winkelier, middenstander
De Spaansche fierheid kwam voortdurig in botsing met den burgertrots van den neringdoender. Deze laatste wilde geenszins als een mindere van den oorlogsman aanzien worden.
(Paul van Ostaijen, Verzameld werk. Proza)
Ook: neringdoener.
Geen Algmeen Nederlands
Gangbaarheid: 1
Vlaamsheid: 1
Gepubliceerd op 21-07-2020
neringdoender
betekenis & definitie