Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

Gepubliceerd op 21-07-2020

jachtwachter

betekenis & definitie

jachtopziener

De jacht is natuurlijk niet geoorloofd. Er zal ons een jachtwachter op de hielen zitten, Bennie heeft hem mij al getoond, hij zwerft rond de hoeve, elke dag, als een vogelschrik of als een geklede reiger, een doodversleten, doodmoede man met rijlaarzen en een tweeloop op de schouder, hij heeft waarschijnlijk in geen twintig jaar een stroper gevat.
(Hugo Claus, De metsiers)

In het Frans: 'garde-chasse'.

Geen Algmeen Nederlands
Gangbaarheid: 4
Vlaamsheid: 6