frietkot

betekenis & definitie

frietkraam, (NL) patatkraam (informeel)

In het dorp waar ik opgroeide, waren er zes frietkoten en nul pitazaken. Twintig jaar later zijn er in datzelfde dorp nog drie frietkoten, waarvan één bemand wordt door een frietchinees.
(De Standaard)

Een frietchinees': een Chinees die een frietkraam openhoudt.

Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 5
Vlaamsheid: 3