Definities van Typisch Vlaams woordenboek in de Ensie H
- het staat onomstootbaar vast
- het steekt me tegen
- het strafste is dat…
- het van het
- het vel van een dier
- het verkorven hebben
- het verteer
- het vet is eraf
- het vierde leerjaar
- het volstaat dat
- het vriest stenen uit de grond
- het warm water opnieuw uitvinden
- het werkt op mijn systeem
- het woord/de naam/de titel ontsnapt mij
- het zal er opzitten
- het zal er stuiven
- het zal wel koelen zonder blazen
- het zit er bovenarms op
- het zit ertegen
- het zout op de patatten niet verdienen
- hij denkt dat de nulmeridiaan door zijn gat/reet/navel loopt
- hij zal weten aan wat prijs
- hinterland
- historiek
- hoe je het ook draait (of keert)
- hoe noem jij?
- hoederecht
- hoerenchance
- hoerenkot
- hoeve
- hoeveboter
- hoeveel moet ik u?
- hoevekaas
- hoevekip
- hof
- hoge hielen
- hoge toppen scheren
- hold-up
- holebi
- home
- homejacking
- homilie
- homologeren
- hondenstiel
- honderd ten honderd
- hoofdbekommernis
- hoofdbrok
- hoofding
- hoog oplopen met iemand of iets
- hoogdag
- hoogdringend
- hoogstudent
- hoogten en laagten
- hoop en al
- hospitaal
- hospitalisatie
- hospitalisatieverzekering
- hout vasthouden
- huisbewaarder
- huishoudbrood
- huishoudtoestel
- huiskring
- huislinnen
- humaniora
- hutsekluts
- hutsepot
- huwelijkslijst
- huwelijksverjaardag