1 Het Nederduits, zoals vroeger officieel de Nederlandse taal werd genoemd. Deze benaming is onder meer terug te vinden in ‘Nederduitse Hervormde Gemeenten’, gemeenten in de Nederlands Hervormde Kerk, waarin het Nederlands de voertaal is.
Reeds in 1691 verscheen er een Neder-Duytsch en Engels Woordenboek/English and Low-Dutch Dictionary, samengesteld door W.Séwels.
2 Platduits (Niederdeutsch of Plattdeutsch), de Saksische volkstaal gesproken in Noord-Duitsland. De correcte term in het Engels is overigens Low German.