Holland, dat schrale plekje verdient nauwelijks de naam land, daar het niets anders is dan aangewaaid Brits zand (...) Of het is een vanuit de oceaan langzaam aangeslibde kale vlakte van schipbreuk geleden kokkelen mosselschelpen. Dit onverteerd braaksel van de zee, dat de Hollanders bij toeval als eigendom in de schoot geworpen kregen (...) De natuur lijkt zich te schamen over haar vergissing en zou wat gaarne dit stuk land willen verkwanselen.
Andrew Marveil (1621-1678), Character of Holland (1653) (op rijm)
In settling an island...
Wanneer een Spanjaard zich op een eiland vestigt, zal hij als eerste gebouw een kerk neerzetten. Een Fransman bouwt een fort, een Hollander een opslagloods en een Engelsman een kroeg.
Onbekend (achttiende eeuw)
The Dutchmen...
De Nederlanders kunnen in acht types onderverdeeld worden:
- de predikant: moraliserend, vaderlijk
- de huisvrouw: gezellig, proper
- de verpleegster: zorgzaam, liefdevol
- de waard: gastvrij, verdraagzaam
- de reiziger: objectief, internationaal
- de handelaar: betrouwbaar, zich van geld bewust
- de boer: vrijzinnig, koppig, aanmatigend.
Onbekend (eind achttiende eeuw)
They are mistaken...
Zij die veronderstellen dat een Hollander niet kan liefhebben, hebben het mis; voor diegenen zijn de Hollanders over het algemeen flegmatieker dan andere mannen. Toch gebeurt het soms dat liefde tot hun botte binnenste doordringt en deze verspreidt dan een aangewakkerd vuurtje, dat de vooroordelen met betrekking tot hun zwaarmoedigheid en bezadigdheid doet verdwijnen.
Charles Gildon, The History of the Life and Memoirs of Mrs Behn (1718)
The downright Hollander...
De rasechte Hollander is een van de meest zonderlinge figuren op deze aardbol. Een hoofd bedolven onder lang sluik haar, waarop hij een smalle hoed met half opgeslagen randen draagt, getooid met een zwarte sliert; geen jas maar zeven vesten en negen broeken, zodat zijn heupen bijna tot zijn oksels reiken. Dit oerdegelijk aangekleed vegeterend sujet is nu volledig uitgedost om gezelschap te zoeken of te gaan vrijen, maar wat voor een bevallig schepsel kan het doelwit zijn van zijn begeerte, wanneer zij gebukt gaat onder een groot Fries hoofddeksel met een bos Vlaams kant en voor elke broek die hij draagt, doet zij twee onderrokken aan. Is het niet verwonderlijk hoe ooit deze wezens dicht genoeg tot elkander kunnen komen om tot een huwelijk te geraken? Wanneer ik over liefde sprak werd ik niet begrepen; kortom, ik werd in het geheel niet begrepen. Een Hollandse dame laat bij haar flegmatieke bewonderaar niets anders ontbranden dan zijn tabak. U moet weten: iedere vrouw draagt in haar hand een stoof met hete kolen erin, die zij onder haar rokken verbergt als zij gaat zitten, en met deze schoorsteen steekt ‘slome Japie’ zijn pijp aan.
Oliver Goldsmith (1728-1774), brief aan de eerwaarde heer Thomas Contarine (6 mei 1754)
...total kin Dutch to a whore...
Het was potsierlijk om met een hoer in het Nederlands te praten. Dit voorval was voor mij net zo bijzonder als ‘erwtjes in februari’.
James Boswell (1740-1795), dagboek (26 mei 1764)
What these Dutch ladies...
Wat deze Hollandse dames meestal willen, zijn schouderstukken en andere kunstgrepen. Ik weet nu wat men bedoelt met de uitdrukking ‘als Hollandse ledenpoppen’ (Dutch dolls), want zij, die Hollandse dames, zijn inderdaad precies eender van bouw.
A. Bernard (1797)
A people...
Een volk waarvan het gemoedsleven zo weinig is afgestemd op vreugde.
John Wilkes, brief aan zijn dochter (25 december 1767)
There is no people...
Op deze aarde bestaat geen volk zoals de Nederlanders, dat zo totaal gespeend is van enige vorm van neerslachtigheid of wat daarmee te maken heeft. Zij kunnen niets verdragen wat maar lijkt op droefgeestigheid zonder enige reden. En wat betreft neerslachtigen, zij worden uitgelachen.
David Dalrymple, brief aan James Boswell (11 april 1764)
...a Dutchman in his own house...
De Schotten mogen dan vergeleken worden met een tulp die in de drek is geplant; en hoewel ik tot nu toe nog niet een Hollander in zijn eigen huis heb gezien, stel ik me zoiets voor als een prachtige Egyptische tempel, opgedragen aan een os.
Oliver Goldsmith (1728-1774), brief aan Thomas Contarine (1753)
Nothing can be more disagreeable...
Niets kan onaangenamer zijn dan de opeenhoping van vuil en modder en sloten en riet, die men hier een land noemt, uitgezonderd de onnozele verzameling schelpen en het gesnoeide groen, die zij een tuin noemen.
David Hume (1711-1776), brief aan John Home of Ninewell, (16 maart 1748)
They have the same faults...
Zij hebben dezelfde fouten als de Duitsers: het meer gebruik maken van hun geheugen dan van hun mening... Een gebrek aan vernuft in Frankrijk of Engeland veroorzaakt als gevolg daarvan een schaarste in Holland... Zij wachten op iets nieuws van anderen, bekijken het op zijn waarde, en wijzen het af, of laten het de rest van Europa met ophef weten... Al hun ervaring komt van de naburige landen, en dat in een taal die niet de hunne is. Zoals bijvoorbeeld hun makelaars; die bemiddelen in enorme bedragen, zonder zelf een cent te bezitten.
Oliver Goldsmith (1728-1774), An Enquiry into the Present State of Polite Learning in Europe (1759)
The Dutch are like a...
De Hollanders zijn als een kluwen oplichters tussen een groep eerlijke heren, en denken het klappen van de zweep te kennen, en staan bol van het geld. Ik waardeer hen om de liefde die zij tonen voor hun eigen land; dat is echter geen verdienste, want het is eigen belang en dat staat haaks op dat van Engeland.
Jonathan Swift (1667-1745), brief aan Francis Grant Convenience, plenty, elegance and arts...
Een land van alle gemakken voorzien, netheid en kunst. Maar bekijkt men dat al van dichtbij, dan blijken doortraptheid en bedrog boven te drijven. Zelfs met de vrijheid wordt hier gerommeld. Met de macht van het goud verdwijnt elk recht. De behoeftige verkoopt en de rijkaard koopt. Een land van despoten en een nest vol slaven. Hier gaan smiechten richting eerloze graven.
Oliver Goldsmith (1728-1774), TheTraveller (1764)
He says Dutch society...
Hij (Bland) zegt dat de Hollandse samenleving (hij is in Holland geweest) tweedehands Frans is, maar de vrouwen zijn gewoon als vrouwen overal elders. Het is een saaie boel. Ik zou gaarne willen dat zij zich wat meer ongewoon zouden gedragen, maar zoiets kun je wel vergeten.
Lord George Gordon Byron (1788-1824), dagboek (7 december 1813)
... women of the Dutch species...
... gisteren, gedurende een treinreis, het was erg heet en stoffig, kregen wij gezelschap van vrouwen van het Hollandse mensenras, en dat was voor ons een hele openbaring. Een zeer gedistingeerde vrouw van middelbare leeftijd... overdonderde ons met drie dochters... Het bestaan van dergelijke tot vlees geworden meisjes ging altijd mijn verstand te boven, althans tot dat moment; en hoe kleren aan vlees vastgekleefd konden zitten. Het effect van de buitenissige keurslijfjes was wonderbaarlijk... Al met al wil ik geen andere Hollandse kolonies meer bezoeken.
Henry Adams (1838-1918), brief aan Elizabeth Cameron, verstuurd vanuit Nederlands-Indië (26 augustus 1891)
...typically Dutch...
Ik maakte de kapitein een compliment omtrent de uitzonderlijke properheid op zijn schip, hetgeen toch typisch Hollands moet zijn, waarop hij reageerde in gebroken Engels: ‘Het is wel jammer dat wij Nederlanders het lichaam niet zo vaak schoonmaken als ons stoepje.’ Onbekend (eind negentiende eeuw)
...the Dutch being amphibyus... In het geval van een belegering openen zij alle sluizen, waardoor alle tegenstanders verzuipen, maar de Hollanders niet, zijnde een amfibisch ras.
Thomas Hood (1799-1845), Up the Rhine (1840)
Judge a Dutchman...
Beoordeel een Nederlander naar wat hij meent, niet naar wat hij zegt.
Onbekend (negentiende eeuw)
The Dutch seem very happy...
De Hollanders lijken erg gelukkig en voelen zich op hun gemak, dat is zeker; maar het is het geluk van dieren. Men zal onder de Hollanders tevergeefs wachten op een gezonde zucht naar hoop en vooruitgang.
S.T. Coleridge (1772-1834), Table-Talk (1830)
The King lives at The Hague...
De koning woont in Den Haag (The Hague) en ik ben er zeker van dat het daar behoorlijk ‘behekst’ (haguisb) is, aangezien Holland een koud, moerassig, hoogdravend land is, en zo laag ligt dat de Hollanders enkel en alleen worden gespaard, omdat zij ‘verdoemd’ (datnned) zijn.
Thomas Hood (1799-1845), Up the Rhine (1840)
The Dutch compane is...
De Hollandse kameraad is de beste kameraad die ooit uit het oude Duitsland is overgekomen. Je hebt de Amsterdamen de Rotterdam-Hollander, de PotsdamHollander en de andere ‘doem’ (duw)-Hollanders.
Uit een Amerikaans volksliedje (omstreeks 1875)
A Dutchtown...
Een bezoek aan een Hollandse stad wordt voor een vakantieganger al gauw een vermoeiende bezigheid, vooral na vrolijkere steden in Europa te hebben bezocht. Er is een eentonigheid in de huizen, straten, bevolking en zeden, waardoor de nieuwsgierigheid in korte tijd is bevredigd.
Washington Irving (1783-1859), dagboek (2 oktober 1805)
An enraged Dutchman...
Een tot razernij gebrachte Hollander, in het bijzonder iemand van het gewone volk, is spreekwoordelijk net zo gevaarlijk als een wild beest.
Onbekend (negentiende eeuw)
God created the world...
God schiep de wereld, maar de Hollanders creëerden hun eigen land door het te onttrekken aan de zee.
Onbekend (negentiende eeuw)
...the fault of the Dutch...
Op gebied van handel is het de fout van Nederlanders dat zij te weinig bieden en te veel vragen. De Fransen zijn met evenredig voordeel tevreden. Daarom verhogen wij voor de Nederlanders bij voorbaat onze bodemprijzen met twintig procent.
George Canning (1770-1827), officieel rapport in geheimschrift en op rijm, overhandigd aan de Engelse ambassadeur te Den Haag, sir Charles Bagot (31 augustus 1826)
...a Dutchman in any quarter of the globe...
Een karaktertrek die men bij elke Hollander, waar ook ter wereld, zal herkennen, is de buitensporige drang om zijn rijkdom te vergroten... Het lijkt op een vorm van onberekenbaar jeugdige overmoed, die echter niet verflauwt bij het ouder worden. Maar... bij elke transactie waarbij een Hollander betrokken is, moet er de zekerheid zijn om ‘enige winst te maken.’ Een veilige bodem moet worden ingebouwd als bescherming tegen mogelijk verlies, voordat op enigerlei wijze aan een winstberekening kan worden begonnen. En daarom... geldt misschien als het credo van de Hollander: weinig winst, weinig risico.
Charles Tennant, Tour etc. (1824)
Like the Germans, the Dutch...
Net als de Duitsers zijn de Nederlanders te verdelen in twee zeer duidelijk herkenbare fysieke types: de kleine, corpulente, roodgekleurde Edammers, en de grotere, plattere en blekere Goudse kazen; en los gezien van kaas en tulpen is het voornaamste product van dit land advocaat, een drank gemaakt van ‘advocaten’.
Alan Coren, The Sanity Inspector (1974)
...and Dutchly clean Holland: straten, beton en ‘properheid op z’n Hollands’.
W.J. Redgrave