(Fr.: vases à globigérines; Du.: Globigerinenschlamm; Eng.: globigerina ooze), een diepzee-, pelagisch, kalkig sediment, rijk (meer dan 30%) aan schaaltjes van pelagische foraminiferen, of er zelfs volledig uit samengesteld.
Globigerinenslib is qua oppervlakte het meest verspreide sediment; het bedekt de huidige oceaanbodem voor ca. 35%. Het komt echter niet voor op oceaandiepten van meer dan 4500...5000 m, waar het overgaat in de rode kleien. De verklaring hiervoor wordt gegeven door het oplossen van de kalkskeletten, hetgeen wordt bevorderd door de geringe sedimentatiesnelheid (van 1 tot enkele cm per 1000 jaar) die een langdurig contact met het diepe oceaanwater met een stijgend CO2-gehalte waarborgt, alhoewel ook de werking van bodembewonende organismen hier gedeeltelijk een rol in kan spelen. Op basis van de 18O/16O-verhouding in de schaaltjes zijn pogingen gedaan de paleoklimaatskrommen op te stellen. Sedimentgesteenten die overeenkomen met globigerinenslib zijn o.a. de tertiaire mergels van Barbados. Ook de bekende krijtrotsen van Dover en het Nauw van Calais worden als fossiele globigerine-afzettingen beschouwd.