het verwijderen uit gassen van ongewenste nevenprodukten die vast, vloeibaar of gasvormig kunnen zijn.
In de procestechniek verwijdert men meestal eerst de vloeibare nevenprodukten door afkoeling van het ruwe mengsel, waarbij in vele gevallen condensatiewater ontstaat, dat een deel van de vaste en gasvormige verontreinigingen mede verwijdert: de vaste deeltjes doordat zij dienst doen als condensatiekernen, de gasvormige onzuiverheden doordat zij oplossen in de condensatievloeistof. Wanneer de vloeibare bijprodukten bij het condenseren als nevel blijven bestaan na de koeling, kan men gebruik maken van bijv. het cottrellapparaat. De verwijdering van gasvormige onzuiverheden geschiedt meestal in wassers, waarbij een wasvloeistof wordt rondgepompt die een reactie aangaat met de verontreinigingen. Buiten het reactievat wordt de vloeistof van de onzuiverheid bevrijd (geregenereerd) om opnieuw als wasvloeistof dienst te kunnen doen. Niet steeds wordt met een wasvloeistof gewerkt: men kent ook de absorptie aan vaste stoffen als actieve kool, pijpaarde en ijzeroer.De verwijdering van vaste deeltjes kan ook geschieden met een filterapparatuur, gevuld met de een of andere stof met een vezelige structuur (paardehaar, wol), of met een korrelige vaste stof (zand, ijzeraarde).
In de gasfabricage geschiedt de verwijdering van onzuiverheden in de eerste plaats door koelers, de verwijdering van nevels met een cottrellinstallatie. Als wasvloeistof wordt voor de verwijdering van zeer hoge koolwaterstoffen olie gebruikt; voor de verwijdering van ammoniak dient water in de ammoniakwassers. In grote kisten worden tenslotte allerlei zwavel- en cyaanverbindingen uit het produktiegas gehaald.