Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

Gepubliceerd op 10-01-2025

FLITSAPPARAAT

betekenis & definitie

(Fr.: flash, lampe éclair; Du.: Blitzapparat; Eng.: flash), toestel voor het opwekken van flitslicht voor fotografische opnamen.

Moderne apparaten voor het gebruik van flitslampjes bevatten voor het leveren van de ontsteekstroom behalve een batterij (meestal 15 V of 22,5 V) een elektrolytische condensator van 50...100 μF, die via een weerstandje en het flitslampje wordt opgeladen. Een recente ontwikkeling is het zgn. flitsblokje: een zeer compacte houder met flitslampjes en de bijbehorende reflectortjes, die met een speciale contactring op een daarvoor ingerichte camera wordt geplaatst.

Elektronische flitsapparaten (‘elektronenflitsers’) bevatten een condensator met een grote capaciteit, bijv. 800 μF, een voedingsapparaat dat gelijkstroom levert waarmee de condensator tot een vrij hoge spanning (bij apparaten voor amateurs meestal ca. 500 V) kan worden opgeladen, een ontladingsbuis (gevuld met xenon en/of krypton, voorzien van twee elektroden en een hulpelektrode) en een ontstekingsapparaat, bestaande uit een kleine condensator en een hoogspanningsbobine, waarmee een zeer hoge pulsvormige spanning (10...15 kV) op de hulpelektrode van de buis kan worden gebracht. De grote condensator is rechtstreeks verbonden met de elektroden van de flitsbuis. Met een zeer korte impuls van het ontstekingsdeel wordt het gas in de buis geïoniseerd, waarna de grote condensator door het gas heen wordt ontladen. Hierbij treedt een zeer kortstondig en uiterst intensief lichtverschijnsel op (elektroluminescentie). Voor wetenschappelijke doeleinden zijn toestellen ontwikkeld met een flitsduur van 10−6 s en korter.

< >