Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

Gepubliceerd op 23-01-2025

DENSITOMETRIE

betekenis & definitie

of zwartingsmeting, het onderdeel van de sensitometrie dat zich bezig houdt met de meting van de hoeveelheid licht die bij fotografische lagen na belichting en ontwikkeling wordt doorgelaten of gereflecteerd.

Indien men een lichtbundel met intensiteit Φt op een fotografische emulsie doet vallen en Φ0 de intensiteit van de doorgelaten bundel voorstelt, dan noemt men de verhouding

τ = Φt / Φ0 de doorlatingsfactor, transmissie of transparantie,

⍺ = 1 − τ de absorptiefactor, en

τ−1 = Φ0t de opaciteit;

Dτ = lg10 τ wordt de absorbantie, optische dichtheid en bij emulsies doorzichtszwarting genoemd. Bij reflectiemetingen, waarbij Φr de intensiteit van de gereflecteerde bundel voorstelt, wordt ϱ = Φr/Φ0 de reflectie of remissie, en

Dϱ = − lg10 ϱ de opzichtszwarting genoemd. De gemeten zwarting is mede afhankelijk van de verlichtingswijze zodat men bij de meting hiermede rekening dient te houden.

Densitometers kunnen ingericht zijn voor het meten van transparante lagen en/of opzichtmaterialen. Bij sommige typen wordt de zwarting visueel gemeten door de helderheid van het licht dat in het punt van meting wordt doorgelaten of gereflecteerd te vergelijken met een referentieveld (visuele densitometer). Bij een ander type geschiedt de meting met een fotobuis of een fotomultiplicatorbuis (foto-elektrische densitometer). De huidige densitometers werken hoofdzakelijk volgens de methode der directe lichtmeting, waarbij zich boven het meetveld een met gas gevulde fotobuis of fotomultiplicatorbuis bevindt, waarvan de spectrale gevoeligheid door filters gecorrigeerd is. Bij kleuranalyse worden tussen meetveld en fotobuis voor de afzonderlijke metingen kleurselectiefilters in de stralengang gebracht. Een condensorsysteem laat het licht van een gestabiliseerde gloeilamp in het meetveld focusseren. Over het algemeen kan een meetnauwkeurigheid van D = 0,02 bereikt worden.

Wil men de resultaten van de densitometrie in de praktijk toepassen, dan dient men te bedenken, dat de gemeten densiteit kan afwijken van de actinische densiteit doordat de spectrale gevoeligheid van het registratiemateriaal afwijkt van die van het meetinstrument (zie Activiteit).

Tevens zie Dekkend vermogen; Sensitometrie.

< >