Technische encyclopedie

Winklr Prins (1975)

Gepubliceerd op 07-10-2024

DAM

betekenis & definitie

(Fr.: barrage; Du.: Damm; Eng.: dam), een tijdelijke of blijvende waterbouwkundige constructie die een verbinding vormt tussen twee door water gescheiden stukken land. Vaak echter worden de begrippen dam en dijk door elkaar gebruikt; zo is de Afsluitdijk in feite een afsluitdam.

Het lichaam van een dam is opgebouwd uit grond of zand, rijshout, steen, beton of asfalt of uit een combinatie van deze materialen, waarbij soms nog van hout of staal gebruik wordt gemaakt.Tabel

Benaming Afmetingen Nuttige Nuttige Aantal Massa

breedte lengte breedte lengte per m2 per m2

cm cm cm cm kg m−2

Gewone Hollandse

pan 23,5 34,5 20 29 17 42,5

Opnieuw verbeterde

Hollandse pan 25 36,5 19 29,5 17,5 48

Romaanse pan 21 28 17,5 24 24 48

Tuile du Nord

(groot model) 22 29,5 19,5 24 21 40

Muldenpan 23,5 36 19; 5 29 17 42,5

Holle muldenpan 26 42 20 34 15 40

Kruispan (groot model) 22 30 19,5 24 21 40

Leipan (rechthoekig) 16,5 27 11 16,5 55 68

Het doel van een dam kan zijn: een verbinding te vormen tussen twee door water gescheiden stukken land, bijv. om daarover een weg of spoorweg aan te leggen; aan een waterstroom een gewenste richting te geven (strek- of leidam) of een waterstroom tussen twee dammen besloten te houden; stil(ler) water te verkrijgen tot beschutting van een rede (golfbreker), of tot vorming van een buitenhaven, (havendam) die tevens dient om verzanding en aanslibbing tegen te gaan; het water van een rivier dwars door een rivier op te stuwen ten behoeve van de scheepvaart, voor irrigatie, voeding van een kanaal enz, of door afsluiting van een dal door een niet overstortende dam (stuwdam) een meer te vormen en het daarin verzamelde water te gebruiken voor huishoudelijke en industriële doeleinden, irrigatie, opwekking van elektriciteit, enz.

< >