(op kantoor) middelen in gebruik voor het uitwisselen van informatie via elektrische of radiografische weg, ook in andere bedrijven aan te wenden als zij aan de dikwijls ongunstigere omstandigheden zijn aangepast. Er bestaan middelen voor intern en voor extern verkeer, onder te verdelen in drie groepen apparatuur, nl. voor mondelinge, schriftelijke en audio-visuele communicatie.
Mondelinge communicatie kan geschieden met apparatuur waarmee tegelijkertijd gesproken en gehoord kan worden (telefoon en bepaalde typen mobilofoon); andere apparatuur staat door middel van een schakelaar op spreken of luisteren, zodat slechts één van de partijen aan het woord kan zijn.
De telefoon dient in eerste instantie voor externe communicatie. Bij een groeiend personeelsbestand zal ook de communicatiebehoefte groeien, zowel extern als ook intern; een huistelefooninstallatie al dan niet met de mogelijkheid van intern telefoonverkeer geeft in eerste instantie de oplossing (drielingtelefoon-, serietelefoon- of lijnkiezerinstallatie), daarna de huistelefooninstallatie met eigen centrale en uiteindelijk de centrale met doorkiessysteem, waarbij minder telefonistes nodig zijn en de wachttijd bij doorverbinden vervalt. Binnen zeer grote installaties kan weer gebruik gemaakt worden van drielingtelefoon-, serietoestel- en/of lijnkiezerinstallaties om bijv. per afdeling een aantal personen onder één nummer bereikbaar te laten zijn. Nuttige uitbreidingen zijn o.a. een centrale die door blinden bediend kan worden, luidsprekende telefoons voor bijv. vergaderzalen en koppeling van de installatie aan een personenzoekinstallatie.
Een intercom is alleen bestemd voor communicatie binnen het bedrijf, meestal in gebruik naast de telefoon. De intercom is luidsprekend en is meestal uitgevoerd met spreek/luister-stemschakelaar. De grootte van een installatie beloopt van twee tot honderden punten. Eventuele uitbreidingen: secretaresseschakeling, prioriteitsoproep, groepsoproep, conferentieschakeling, anti-afluisterschakeling, wachtschakeling met signalering dat er nog een oproep wacht, koppeling met een personenzoekinstallatie.
De mobiele telefoon ofwel mobilofoon kan men overal gebruiken en wordt meestal gemonteerd in een voer- of vaartuig. Men kan gebruik maken van een eigen (gesloten) net met het nadeel dat de reikwijdte beperkt is tot 20...30 km of van een landelijk net, waarmee men ook op het telefoonnet kan worden aangesloten. Gesprekken over de mobilofoon kunnen door alle andere aangeslotenen gehoord worden.
Voor de portofoon geldt hetzelfde als voor de mobilofoon, echter met dien verstande dat een portofoon niet bruikbaar is voor het openbare mobilofoonnet en zonder problemen meegedragen kan worden; reikwijdte bij een vaste post van 10...15 km, tussen portofoons onderling van 2...10 km.
Een personenzoekinstallatie is een selectief werkende oproepinstallatie.
Schriftelijke communicatie.
Met uitzondering van de telegraaf is de apparatuur voor schriftelijke communicatie later ontstaan dan die voor mondelinge communicatie.
De telex, vooral toegepast voor extern verkeer, wint nog steeds aan populariteit en geeft de mogelijkheid van rechtstreeks schriftelijk verkeer tussen de aangeslotenen. Tot de uitrusting behoort een ponser en ponsbandlezer; door toepassing van een ponsband kan de maximale verzendsnelheid van 400 tekens per minuut benut worden, van belang om de ‘gesprekskosten’, vooral over grote afstanden, minimaal te houden. Met de handschrifttelex kunnen handgeschreven mededelingen, schetsen enz. direct over elke willekeurige afstand worden overgebracht; de overdracht vindt plaats op het moment dat geschreven wordt over een eigen kabel of over het telefoonnet. Bij bijv. een telefoongesprek behorende stukken zoals tekeningen, grafieken enz. kunnen met facsimilapparatuur naar de gesprekspartner worden gezonden; men spreekt ook wel van telekopiëren.
Audio-visuele communicatie.
Deze groep apparatuur is het laatst tot ontwikkeling gekomen. Steeds meer in gebruik komt televisie, oorspronkelijk ingevoerd voor bewaking, daarna voor chequecontrole op afstand bij banken, in de Verenigde Staten reeds toegepast voor archivering van brieven (videofile). Ook bij tekstverwerkingsmachines is er een ontwikkeling gaande naar gebruik van televisieschermen met bijbehorend toetsenbord voor de verwerking van brieven en rapporten. In experimenteel stadium bevindt -zich nog de beeldtelefoon; vele problemen, o.a. met betrekking tot de benodigde transmissiecapaciteit, moeten nog worden opgelost voor men tot algemene invoering kan overgaan.
Digitale displays hebben geen audiogedeelte en zijn te omschrijven als op afstand bedienbare aankondigingsborden; zij worden gebruikt voor het aangeven van steeds variërende teksten en getallen, bijv. aankomst- en vertrektijden van vliegtuigen.