(Fr.: chambre d’explosion; Du.: Löschkammer; Eng.: arc-extinguishing chamber), ruimte van kleine afmetingen, die deel uitmaakt van een vermogens- of lastschakelaar en waarin de onderbreking van de stroom plaatsvindt. De bluskamers worden afgesloten door de contacten van de schakelaar die als pennen (schakelpennen) zijn uitgevoerd, teneinde een drukvaste ruimte te verkrijgen, met uitzondering van luchtschakelaars.
In de bluskamers wordt de vlamboog die ontstaat bij het openen der contacten, gedoofd met gecomprimeerde lucht of het gas dat door de vlamboog zelf wordt geproduceerd ten gevolge van het verdampen van olie of van bluskamermateriaal (kunststof) of door een uitwendig toegediend gas (SF6). De vorm en constructie van de bluskamer beïnvloeden in aanzienlijke mate het verloop van de vlamboog. Door het aanbrengen van metalen plaatjes kan men bij een luchtschakelaar zorgen voor een meervoudige onderbreking van de vlamboog; door het aanbrengen van geïsoleerde schotjes kan de boog verlengd en daardoor gekoeld worden. Aanpassen van de vorm van de bluskamer, bijv. door middel van schijven, maakt het mogelijk de stroming van het blusgas te regelen. Zowel langs- als dwarsblazing kan worden toegepast.