(Fr.: circuit limiteur; Du.: Begrenzerschaltung; Eng.: limiter), ook: begrenzer of knipschakeling (Eng.: clipper), schakeling die van een elektrische trilling, het signaal, die delen verwijdert die een bepaald spanningsniveau, het begrenzingsniveau, overschrijden. Bij enkelzijdige begrenzing behoort één begrenzingsniveau.
Zolang de spanning van het signaal onder dit niveau ligt wordt het signaal doorgelaten; bij overschrijding van het begrenzingsniveau neemt de uitgangsspanning een constante waarde aan die gelijk is aan de spanning die bij het begrenzingsniveau behoort. Bij tweezijdige begrenzing is er een tweede begrenzingsniveau, zodat het signaal slechts wordt doorgelaten indien de spanning zich tussen beide niveaus bevindt. Bij hogere spanningen blijft de uitgangsspanning gelijk aan het hoogste niveau; bij lagere ingangsspanningen gelijk aan het laagste niveau.Begrenzers bevatten een element dat dienst kan doen als schakelaar die als het ware door het signaal zelf wordt bediend: in de ene stand wordt het signaal doorgelaten, in de andere kortgesloten. Een voorbeeld van een dergelijk element is de diode, waarmee een eenvoudige enkelzijdige begrenzer opgebouwd kan worden. Een spanningsbron in serie met de diode bepaalt het begrenzingsniveau. Twee diodes met ieder een spanningsbron in serie kunnen een tweezijdige begrenzer vormen. Soms laat men de spanningsbron weg en maakt men gebruik van de exponentiële karakteristiek van een diode. De diode plus spanningsbron worden ook weleens vervangen door een zenerdiode.
Parasitaire effecten, zoals de doorlaatweerstand en de capaciteit van de diode, veroorzaken in de praktijk afwijkingen van de ideale begrenzing. Capacitieve effecten veroorzaken verschuivingen van de nuldoorgangen van de elektrische trilling. Aangezien begrenzers vaak toegepast worden in gevallen waar de informatie is vastgelegd in de ligging van de nuldoorgangen dienen parasitaire capaciteiten tot het uiterste beperkt te worden. In deze gevallen kan men een kwantitatief matige, maar kwalitatief goede begrenzing toepassen gevolgd door versterking van het begrensde signaal dat dan weer een begrenzer passeert. Deze signaalbewerkingen worden dan enige malen herhaald tot de gewenste mate van begrenzing is bereikt. Een goede tweezijdige begrenzer met transistoren is het long-tailed pair (zie Versterkingsschakelingen). Door een aantal trappen achter elkaar te schakelen wordt de werking verbeterd. Deze schakeling is zeer geschikt om te worden uitgevoerd als kristalschakeling (zie Micro-elektronica) en in deze vorm vindt men begrenzers meestal in moderne FM-radio-ontvangers en in de (FM-) geluidsmiddenfrequentversterker van televisieontvangers.
Indien de begrenzing van het signaal niet ogenblikkelijk van de signaalspanning afhangt, maar bepaald wordt door de gemiddelde signaalgrootte over langere tijd spreekt men van compressie van het signaal. De amplitude van de trilling wordt dan bij toenemende signaalspanning geleidelijk beperkt.