Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

Gepubliceerd op 23-12-2024

BARNSTEEN

betekenis & definitie

(Fr.: ambre jaune, succin; Du.: Bernstein; Eng.: (yellow sea) amber), of succiniet, een min of meer doorzichtige tot doorschijnende halfedelsteen van plantaardige oorsprong; de term omvat een groep fossiele harsen afkomstig van coniferen zoals [i]Pinus succinifera.

Vorming[/i] en vindplaatsen.

Het bekendste barnsteen is het Baltische, dat aan de Oostzeekust van Rusland tot Brandenburg wordt aangetroffen in de lagen der ‘blauwe aarde’, een vermoedelijk in het Oligoceen gevormde, 1...9 m dikke laag lemig kwartszand die glimmer, verkoolde plantedelen en glauconiet bevat. Daar deze laag van mariene oorsprong is, kan barnsteen zich hierin evenwel niet hebben gevormd; het moet aanvankelijk door de zee zijn weggespoeld en later in de blauwe aarde zijn opgehoopt.

Barnsteen heeft een relatieve dichtheid van 1...1,1, een hardheid van 2...2,6, schaal van Mohs, en een smeltpunt van 287 °C. Het is goed snijdbaar en bewerkbaar. In water is het volkomen onoplosbaar en in organische oplosmiddelen lost het slechts gedeeltelijk op: in ethanol voor 20...25%, in ethoxyethaan en trichloromethaan voor 20%, in methanol voor 13% en in koolstofdisulfide voor 20...24%. De kleur van barnsteen wisselt van lichtgeel tot oranjebruin. Bij wrijving verkrijgt barnsteen een negatieve elektrische lading (de term elektriciteit is ontleend aan de Griekse naam voor barnsteen, èlektron).

De stukken barnsteen variëren sterk in grootte, zijn echter zelden zwaarder dan een halve kilogram. Barnsteen, van oudsher gebruikt om er klein beeldhouwwerk, sieraden en kralen van te maken, diende tevens o.a. als materiaal voor knoppen van wandelstokken en paraplu’s, sigarepijpen enz., als grondstof voor een hoge kwaliteit bestendige en slijtvaste lakken en als isolatiemateriaal in elektrische apparaten. Barnsteen heeft zijn betekenis echter grotendeels verloren door de toepassing van kunststoffen.

< >