(Fr.: connection de terre; Du.: Erdverbindung; Eng.: earth connection), of aardverbinding, een leiding, die deel uitmaakt van een veiligheidsaarding; als afzonderlijk gelegde draad is bovengronds een koperdoorsnede van 6 mm 2, in de grond 25 mm2 als minimumdoorsnede vereist in verband met de mechanische sterkte. Normaliter past men een extra draad of ader van groen-gele kleur toe bij bovengrondse aanleg in resp. buis of kabel. Bij verplaatsbare leidingen is dit zelfs verplicht.
In geval leidingsoorten voor aanleg in de grond worden toegepast, wordt de daarin aangebrachte litze, dan wel het scherm, lood of deel van de omvlechting als aardleiding gebruikt: de doorsnede is dan automatisch goed.
In geval van afzonderlijke aanleg, waarbij de doorsnede afwijkt van die der stroomvoerende geleiders of gebruik wordt gemaakt van het koperband van ongepantserde hoogspanningskabels met isolatie van kunststof, dient te worden nagegaan of de doorsnede thermisch voldoende kortsluitvast is.