Een van de manieren om bijv. een atoom te exciteren is beschieting met elektronen.
Om een bepaalde overgang mogelijk te maken, is minimaal een energie nodig gelijk aan het energieverschil tussen de toestanden, waarop de overgang betrekking heeft. Kiest men de kinetische energie van de elektronen groter dan neemt de kans op een overgang vrij snel toe totdat bij een bepaalde energie een maximum optreedt, waarna de waarschijnlijkheid met toenemende elektronenenergie langzaam afneemt tot nul. Een dergelijk verband, betrokken op één speciale overgang, wordt een aanslagfunctie genoemd. Voorts zie Atoommodel; Botsingsdoorsnede.