Algemeen Technisch woordenboek

H.J. van Eyk (1916)

Gepubliceerd op 03-12-2020

Valentie

betekenis & definitie

Noemt men het vermogen van chemische atomen om zich langs één of meer richtingen met andere elementen te verbinden. Univalent zijn : broom, chloor, fluorium.

Jodium, kalium, lithium natrium, zilver, waterstof en de radicalen hydroxyl (OH), methyl (CHS), Aethyl (C3H5), Normal-propyl (C3H7), Isopropyl (C3H7), n. Butyl (C4H9), Tertiair butyl (C4H7), Phenyl (C9H5), Cyaan (CN), Aldehyde (CHO), Carboxyl (C02H), sulfo (S03H), Ammonium (NH4), Amide (NH2), Nitro (N02). Bivalent zijn: lood, calcium, ijzer (kan ook valentie 3 of 4 hebben), koper, zuurstof, zwavel (kan ook valentie 4 of 6 hebben), zink en de radicalen Keto (CO) en Azo. (N2). De valentie drie hebben: aluminium, ijzer (soms), goud, phosphor (kan ook 5 waardig zijn), stikstof (kan ook vijfwaardig zijn). De valentie vier hebben: ijzer (soms), koolstof, zwavel (soms), silicium, tin. Vijfwaardig zijn: phosphorus (soms), en stikstof (soms). Zwavel is soms zelfs zeswaardig.