De beleveniseconomie is de benaming voor de Westerse economie van dit moment, waarin een beleving die bij een product of dienst hoort, centraal staat.
De binding tussen een product of dienst en de consument ontstaat in eerste instantie door de uitwisseling van tastbare kwaliteit voor het geld van de consument. Maar productloyaliteit ontstaat veel vaker doordat er een ontastbare kwaliteit geleverd wordt bovenop het tastbare product. Deze ontastbare kwaliteit is een goede product- of dienstbeleving, die wordt gecreëerd door een prettige sfeer (in een koffiebar), mooie uitstraling (van het ingepakte product) of nog andere manieren die de consument aanspreken.
Een voorbeeld van een belevenis-leverende bedrijf is een vliegmaatschappij. Naast dat het vliegreizen verzorgt, vergeet het ook de belevenis van klanten met een vakantiegevoel niet: behalve het verzorgen van een vliegreis, wordt ook ervoor gezorgd dat vakantiegangers een prettige reis hebben en zich nergens zorgen over hoeven te maken.
Pretparken zijn een tweede voorbeeld. Het draait bij deze bedrijven niet enkel om het betreden van attracties, maar vooral de sfeer en aankleding dragen bij aan het gevoel dat bezoekers krijgen, wat voor een goede beleving zorgt. Deze beleving zou minder zijn wanneer er geen aandacht aan sfeer en decor geschonken werd, maar puur het betreden van attracties centraal stond.
De product- of dienstbeleving verklaart dus waarom er soms liever meer betaald wordt voor eenzelfde product of dienst, dat door een ander bedrijf goedkoper wordt aangeboden. Men heeft liever het product dat samengaat met een positieve ervaring, dan alleen het product.
