Gepubliceerd op 01-04-2020

Samengesteld werkwoord

betekenis & definitie

Wat de vorming van werkwoorden betreft, is er een onderscheid te maken tussen niet-samengestelde (of: enkelvoudige) werkwoorden, zoals werken, zien, komen, en samengestelde werkwoorden. Deze laatste categorie valt weer uiteen in scheidbaar samengestelde werkwoorden, bijv. sámenwerken, áfzien, tússenkomen, pláátsvinden, en niet-scheidbaar samengestelde, bijv. misléíden, overzíén, onderstéúnen.

De scheidbaar samengestelde werkwoorden hebben de eigenschap dat het niet-werkwoordelijke eerste deel, dat het woordaccent draagt, los kan komen van het werkwoordelijke tweede deel, bijv. sámenwerken: we werken al heel lang samen-er valt met hen niet samen te werken-ze hebben nooit echt samen willen werken. De niet-scheidbaar samengestelde werkwoorden, die in de regel het woordaccent op het werkwoordelijke deel hebben, blijven daarentegen steeds één geheel vormen, bijv. overzíén: we overzien het niet goed-dat is nauwelijks te overzien-we hebben het niet helemaal kunnen overzien.