Synoniemen zoeken
Synoniem van zwijgen
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
zwijgen
zwijgen - zich min of meer opzettelijk onthouden van spreken. Het woord kan een voorzetselbepaling met 'over' hebben: 'zwijgen over een onaangenaam voorval'. Synoniemen: er het zwijgen toe doen, stilzwijgen (over) (formeel), zijn kiezen op elkaar houden (informeel), zijn kaken op elkaar houden (informeel), zijn gezicht houden (informeel), zijn mond houden (over) (informeel), geen mond opendoen (over) (informeel) en zijn bek/waffel houden (over) (zeer informeel). Consequent zwijgen is zwijgen als het graf of (informeel) zwijgen als een mof, zwijgen in zeven talen, zwijgen in alle talen of zwijgen in alle toonaarden. Afkeuring of spot jegens iemand die voortdurend blijft zwijgen wordt uitgedrukt met geen stom woord zeggen (over) en geen boe of ba zeggen (over) (beide informeel). Afkeuring alleen klinkt door in zich in stilzwijgen hullen (over). Stommetje spelen (informeel) heeft geen voorzetselbepaling bij zich.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
zwijgen
zwijgen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: zwij-gen
1. je stem niet laten horen, niets zeggen
♢ ik praatte de hele tijd, maar Anja zweeg
1. kunnen zwijgen
[een geheim kunnen bewaren]
2. hem het zwijgen opleggen
[verbieden te praten]
3. er het zwijgen toe doen
[er niets over zeggen]
4. hem tot zwijgen brengen
[laten stoppen met praten]
5. om nog maar te zwijgen van ...
[dan hebben we het nog niet eens daarover]
6. wie zwijgt stemt toe
[als je niets zegt ben je het ermee eens]
Onregelmatig werkwoord: zwij-gen
ik zwijg
jij/u zwijgt
hij/zij zwijgt
wij/zij/jullie zwijgen
ik/jij/u/hij/zij zweeg
wij/zij/jullie zwegen
hij heeft gezwegen
zwijgend, zwijgende
Tegenstellingen
kleppen, lullen, praten, spreken