Synoniemen zoeken
Synoniem van zuinig
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
zuinig
zuinig - zeg je van personen en zaken die er blijk van geven dat iemand zo weinig mogelijk van zijn bezit verbruikt: 'een zuinige huisvrouw', 'een zuinige bedrijfsvoering'. Spottend of schertsend zeg je ook zunig. Spaarzaam zeg je alleen van een persoon. Krenterig betekent: overdreven zuinig, en gierig is nog een slag erger. Dit laatste is synoniem met vrekkig, schraapzuchtig, schraapachtig, schraperig, schrieperig, knieperig, knijperig, nagelvast en, alleen in predikatief gebruik, op de penning, op de centen. Bij de Belgen: pootvast. (Zie: gierigaard.)
Zie: cent, op een – kijken.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
zuinig
zuinig - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: zui-nig
1. met zo weinig mogelijk geld of tijd en zoveel mogelijk resultaat
♢ ze komt goed uit met haar salaris, ze is erg zuinig
1. zuinig leven
[weinig geld gebruiken]
2. de auto rijdt zuinig
[gebruikt weinig brandstof]
3. ik ben er zuinig op
[ga er heel voorzichtig mee om]
4. ergens zuinig mee omgaan
[er weinig van gebruiken]
5. en niet zo zuinig ook!
[stevig, flink]
6. zuinig zijn met woorden
[weinig zeggen]
7. zuinig op jezelf zijn
[gezond en veilig leven]
Algemene uitdrukkingen:
1. zuinig kijken
[teleurgesteld of weinig toeschietelijk]
Bijvoeglijk naamwoord: zui-nig
... is zuiniger dan ...
het zuinigst
de/het zuinige ...
iets zuinigs
Synoniemen
economisch, spaarzaam