Synoniemen zoeken
Synoniem van wijs
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
wijs
wijs - elk van de werkwoordscategorieën die onderling verschillen in syntactische, morfologische of semantische eigenschappen. Modus is synoniem. Met de aantonende wijs, indicatief of, formeel, indicativus wordt aangegeven dat de handeling inderdaad plaats heeft (gehad). De optatief of, formeel, optativus drukt een wens uit en de gebiedende wijs, imperatief of imperativus (formeel) een bevel. Een werkwoord in de onbepaalde wijs, ook infinitief of, formeel, infinitivus genoemd, doet niet als persoonsvorm dienst, maar wel (soms) als zelfstandig naamwoord: 'ik hoorde lopen'. Aansporing en twijfel kunnen worden uitgedrukt door de aanvoegende wijs, conjunctief of conjunctivus (formeel). Minder gebruikelijk is het synoniem subjunctief. Drie soorten aanvoegende wijs zijn: de adhortatief, die een aansporing uitdrukt, de conditionalis of voorwaardelijke wijs, die een voorwaarde aangeeft, en de concessief of, formeel, concessivus, die men gebruikt om iets toe te geven ofte erkennen.
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Wijs
Verstandig is hij, die zijne vermogens goed en gepast weet te gebruiken. Wijs is hij, die een goed denkvermogen heeft en hiervan op uitstekende wijze gebruik maakt. Vroed drukte vroeger hetzelfde uit, misschien meer nog met het oog op de ervaring, thans is het, behalve in enkele formeele uitdrukkingen, in onbruik geraakt. Schrander ziet vooral op vlugheid van bevatting, wat in nog sterkere mate door scherpzinnig wordt uitgedrukt.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
wijs
wijs - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
1. verstandig, wie veel weet
♢ mijn oma is een wijze vrouw
1. hij is niet wijzer
[hij weet niet beter]
2. jij moet de wijste zijn
[toegeven]
3. ik kan er geen wijs uit worden
[begrijp er niets van]
4. hij is niet goed wijs
[gek]
5. er geen cent wijzer van worden
[er geen financieel voordeel van hebben]
6. je bent niet wijs!
[doe niet zo dwaas]
7. oud en wijs genoeg zijn om...
[er genoeg levenservaring voor hebben]
8. er geen wijs uit kunnen worden
[het niet begrijpen]
1. tonen die samen een prettig geheel vormen
♢ hij fluit een vrolijk wijsje
1. iemand van de wijs brengen
[in de war maken]
2. geen wijs kunnen houden
[vals zingen]
3. onbepaalde wijs
[waarin het hele werkwoord gebruikt wordt]
2. bepaalde vorm van het werkwoord
♢ 'stop' is gebiedende wijs
1. gebiedende wijs
[werkwoordsvorm die een gebod uitdrukt]
Bijvoeglijk naamwoord: wijs
... is wijzer dan ...
het wijst
de/het wijze ...
Tegenstellingen
dom, onnozel, stom, suf, sullig
Algemene uitdrukkingen:
1. 's lands wijs, 's lands eer
[elk land heeft zijn eigen gewoontes]
Zelfstandig naamwoord: wijs
de wijs
het wijsje
Synoniemen
melodie