Synoniemen zoeken
Synoniem van wezen
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
wezen
wezen - [znw] iets dat al dan niet wordt geacht werkelijk te bestaan en een georganiseerde eenheid vormt. Organismen (zie aldaar) zijn levende wezens. Wanstaltig is het gedrocht of wangedrocht; dit heet een monster als het angst of afschuw inboezemt. Schepsels of creaturen zijn door God geschapen. Men gebruikt deze woorden overigens niet in verband met planten. In godsdienstige tradities kent men geesten (zie aldaar): bovennatuurlijke wezens. Bovennatuurlijk is ook een macht, die geacht wordt een bepaalde geheimzinnige kracht uit te oefenen. Een persoonlijke macht heet een godheid; een god (zie aldaar) is een mannelijke godheid, een godin (zie aldaar) een vrouwelijke. Een gefantaseerd wezen is het fabeldier (zie aldaar), dat een combinatie van verschillende dieren kan zijn, of een combinatie van de kop van een dier met een mensengestalte.

Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Wezen
Als synoniemen geven deze woorden de gezamenlijke eigen¬schappen, die het wezen van een of ander bezield of onbezield voorwerp uitmaken en die het van andere onderscheiden. Aard wordt zoowel van levende wezens als van onbezielde voorwerpen gebezigd, en wijst de stoffelijke of de zedelijke eigenschappen of wel beide te gelijk aan. De wolf ruit wel van baard, maar niet van aard. Op dezen grond is de aardappel geheel van aard veranderd. Van personen gezegd ziet aard altijd op de zielsgesteldheid.
Goedig, driftig van aard. Natuur (dat meestal van levende wezens gebruikt wordt, doch niet uitsluitend zoo als geaardheid, inborst en karakter) duidt meer uitdrukkelijk datgene aan wat ingeschapen is. De ezel is van nature traag. Geaardheid geeft te kennen van hoedanigen aard iemand is, het is meer beperkt dan aard en kan ook in het meervoud gebruikt worden, wat met aard niet het geval is. Hij heeft een goedige geaardheid.
Aard, inborst en karakter duiden het geheel der zedelijke hoedanigheden aan, met dit verschil, dat men bij aard en inborst niet zoo zeer let op het verband tusschen verstand, wil en gemoed, als bij karakter. Onder karakter in engeren zin verstaat men ook soms die hoedanigheden, die men zich allengs door inspanning, oefening, enz. eigen gemaakt heeft. Geen karakter hebben. Een man van karakter.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
wezen
wezen - onregelmatig werkwoord, zelfstandig naamwoord
uitspraak: we-zen
1. een werkelijkheid vormen, bestaan
♢ jij mag er wezen, hoor kind
1. hij mag er wezen!
[hij ziet er goed uit]
2. je moet daar wezen
[je moet daar zijn]
3. hij is wezen schaatsen
[hij heeft geschaatst]
1. wie leeft en beweegt
♢ mensen en dieren zijn levende wezens
2. wat iets of iemand maakt tot wat hij is
♢ in wezen is hij geen kwade vent
1. het wezen van de mens is ....
[zijn belangrijkste kenmerk is]
3. datgene waar het om gaat, het belangrijkste
♢ dat is het wezen van het probleem
1. in wezen
[in essentie]
Onregelmatig werkwoord: we-zen
Synoniemen
zijn
Zelfstandig naamwoord: we-zen
het wezen
de wezens
het wezentje
Synoniemen
essentie