Synoniemen zoeken
Synoniem van wedstrijd
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
wedstrijd
wedstrijd - ontmoeting waarbij wordt gewedijverd in een bepaalde vaardigheid of hoedanigheid. Synoniemen: treffen, strijd en match. (Zie: toernooi.) Een wedstrijd om een of meer prijzen is een prijskamp (zie aldaar). Een wedstrijd in een bekertoernooi - dat meestal is gesplitst in uitwedstrijden (in een andere plaats) en thuiswedstrijden (in de eigen plaats) - heet een bekerwedstrijd of bekerduel. Aan een duel, tweegevecht of tweekamp nemen twee partijen deel; in verband met bordspelen, kaartspelen en biljart, tennis en tafeltennis gebruik je het woord partij; dammers of schakers kunnen een simultaan of simultaanpartij spelen: één speler speelt tegen verschillende andere spelers. Bij enkelspel of single speelt één tennisser tegen een andere; bij dubbelspel spelen paren van twee spelers tegen elkaar. Mensen of dieren leggen bij een wedren (zie aldaar) om het snelst een bepaalde afstand af. Een tweekamp tussen twee ploegen uit dezelfde gemeente of streek is een derby. Er zijn bij een driekamp, vierkamp, vijfkamp meer dan twee partijen betrokken, maar vijfkamp of pentatlon kan ook een wedstrijd aanduiden die uit vijf onderdelen bestaat. Wedstrijden in achtereenvolgens lange-afstandszwemmen, fietsen en lopen heten triatlons. Atleten nemen deel aan een atletiekwedstrijd; wanneer die uit tien onderdelen bestaat, noem je deze een tienkamp of decatlon. De term military hoort bij de paardesport; het is een samengestelde wedstrijd, onder andere in dressuur en springen. Bij een schaatswedstrijd wordt geschaatst, er wordt gebridged bij een bridgedrive, drive of bridgewedstrijd, geskied bij een skiwedstrijd, geroeid bij een roeiwedstrijd en gezeild of geroeid bij een regatta. De elfstedentocht voert de deelnemende schaatsers langs de elf Friese steden. Ploegen van verschillende universiteiten en scholen roeien de varsity. Biatlons zijn skiwedstrijden die bestaan uit een combinatie van langlaufen en geweerschieten. Een wedstrijd met voorgift heet een handicap. Bij een return, returnwedstrijd of returnmatch kan revanche worden genomen. Deelnemers die zich niet voor de eindwedstrijd konden plaatsen, krijgen alsnog een kans bij een herkansing of herkansingswedstrijd. Wanneer een of meer wedstrijden van een toernooi onbeslist eindigen, kampen sportlieden in een extra wedstrijd: de beslissingswedstrijd of beslissingspartij. Een beslissingswedstrijd tussen twee wielrenners noemt men een belle; onder andere bij paardesport en schermen spreekt men van een barrage of barragepartij; een of meer winnaars promoveren bij een promotiewedstrijd, een of meer verliezers degraderen bij een degradatiewedstrijd. In de kwartfinale worden kandidaten geselecteerd voor de halve finale, halve beslissing of demi-finale. De laatste, beslissende wedstrijd is de finale of eindstrijd. Bokscoryfeeën doen mee aan een boksgala, zwemcoryfeeën aan een zwemgala. Een interland of interlandwedstrijd is een wedstrijd tussen twee of meer landen. Competitiewedstrijden maken deel uit van een competitie. Bij een rally of sterrit rijden auto's over een grote afstand vanuit verschillende beginpunten naar één eindpunt. Men strijdt om een bepaalde titel in een titelgevecht, titelstrijd of titelwedstrijd. De totale af te leggen afstand wordt bij een estafette(wedstrijd) niet door één deelnemer afgelegd, maar door de elkaar aflossende deelnemers van een ploeg; estafettes komen onder andere voor bij zwemmen, skiën en atletiek; een atletiek-estafette heet een estafetteloop. Een wedvlucht is een wedstrijd tussen vliegtuigen of postduiven.
Zie: ontmoeting.
Zie: gevecht; spel.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
wedstrijd
wedstrijd - zelfstandig naamwoord
uitspraak: wed-strijd
1. strijd tussen mensen of groepen waar een winnaar uit moet komen
♢ wie heeft de voetbalwedstrijd gewonnen?
Zelfstandig naamwoord: wed-strijd
de wedstrijd
de wedstrijden
het wedstrijdje