Synoniemen zoeken
Synoniem van wachten
Synoniem van 'n ander trefwoord
Synoniemen Handboek
Jef Anthierens (1998)
Wachten
Gezegde(s):
• wachten tot je een ons weegt
• op die tijd zou een koe kalven
• de kat uit de boom kijken
• daar moet een oude vrouw lang voor breien
• de eieren laten kippen
• zich de benen in het lijf staan
Synoniemen Handboek Spreekwoorden
Gedigitaliseerd Ensie (1998)
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Wachten
Ergens blijven of zich ophouden, totdat iemand of iets komt of gebeurt. Wachten heeft deze beteekenis zonder eenig bijbegrip. Verwachten, evenals ver¬heiden, dat deftiger is, onderstelt een uitziend toeven, een wachten met verlangen. Wij hadden reeds lang een bezoek van u verwacht. Wij ver¬beiden hem met ongeduld. Afwachten voegt daar nog het begrip aan toe van een wachten tot het einde toe, totdat de persoon komt, of de zaak gebeurt, of wel het verbeiden met een bepaald oogmerk. De koene jager wachtte rustig den leeuw af. Wacht uwe beurt af. Afwachten wordt ook gebezigd voor: iets geduldig verduren, zich laten welgevallen, dulden, verdragen. Ik denk geene heleedigingen van u af te wachten. Uwe hevelen verkies ik niet af te wachten.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
wachten
wachten - regelmatig werkwoord
uitspraak: wach-ten
1. ergens blijven tot hij/het komt
♢ wij wachten op de bus van zes uur
1. wacht even!
[heb nog even geduld]
2. nog niet beginnen
♢ laten we nog maar even wachten met eten
1. dat kan wel wachten
[dat hoeft niet meteen]
Algemene uitdrukkingen:
1. hij weet niet wat hem daar te wachten staat
[wat hij daar zal meemaken]
Regelmatig werkwoord: wach-ten
ik wacht
jij/u wacht
hij/zij wacht
wij/zij/jullie wachten
ik/jij/u/hij/zij wachtte
wij/zij/jullie wachtten
hij heeft gewacht
wachtend, wachtende