Synoniemen zoeken
Synoniem van vrucht
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
vrucht
vrucht - produkt van bedektzadige planten, ontstaan uit het vruchtbeginsel. Vrucht in engere zin is een benaming voor de vruchten die de mens in onbewerkte vorm als voedsel gebruikt. Een pitvrucht heeft een dunne, leerachtige schil en een leer- tot hoornachtige binnenlaag of klokhuis (bijvoorbeeld appels). De binnenste vruchtwand van een steenvrucht (zie aldaar) is steenhard; hierin zijn (zoals bij kersen) een of meer zaden in een 'steen' opgesloten. Schijnvruchten zijn niet alleen uit het vruchtbeginsel ontstaan, maar ook uit andere delen van de bloem. De doosvrucht is droog en meerzadig; de vrucht springt open en is opgebouwd uit twee of meer met elkaar vergroeide vruchtbladen. Ook kokervruchten zijn droog en meerzadig; ze bestaan uit één vruchtblad, dat langs de buitennaad openspringt (bijvoorbeeld bij dotterbloemen). Droge en meerzadige kluisvruchten vallen in eenzadige delen uiteen; de deelvruchtjes hiervan openen zich. Bij de splitvrucht (eveneens droog, meerzadig) openen de deelvruchtjes zich niet. Een schaalvrucht (droog, eenzadig) springt niet open. Schaalvruchten die uit één vruchtblad ontstaan en waarvan het zaad los in de vrucht ligt, heten dopvruchten; de graanvrucht is daarvan een type; hierbij zijn vruchtwand en zaadwand vergroeid. Een andere schaalvrucht is de noot; ook deze is uit meer dan één vruchtblad gevormd, de vruchtwand is hard en bros of houtig. De cashewnoot, acajounoot of bombaynoot komt van de olifantsluisboom. Bessen springen niet open en hebben een min of meer zachte wand. Geelbessen komen van diverse soorten uit het geslacht Rhamnus; hieruit wordt kleurstof bereid. Rozebottel of bottel heet de vrucht van de wilde roos. De meloen is een vrucht van de plant Cucumis melo; een zoete meloen van een bepaald ras heet een suikermeloen. De kanteloep heeft een knobbelig uiterlijk. Een mangistan, mangis of mangostan is een vrucht van een boom uit de familie Clusiaceae. De mango of manga is een vrucht van Mangifera indica. De kers is een vrucht van sommige Prunus-soorten. De hybride van de Prunus avium en de Prunus cerasus noemen we bastaardkers. Vroeg rijpende soorten kersen heten meikers. Zure kersen zijn vruchten van Prunus cerasus. De variant Austera heet morel of griotte. Laatrijpe kersen die bijna zwart zijn en zeer zoet smaken, heten krieken. Een volger heeft een grotere pit en minder vruchtvlees dan een meikers. De peer is een vrucht van de pereboom; een vroege, saprijke peer met een bruine, harde schil noem je een juttepeer. De kweepeer of kwee is een vrucht van de kweeboom. De pruim komt van bomen van het geslacht Prunus: de mirabel van de Prunus insititia, de reine claude van de Prunus italica. Gedroogde blauwe pruimen noem je pruimedanten. Een prunel is wit, is van schil en pit ontdaan en daarna gekonfijt. Een augurk is de vrucht van de augurkestruik; een zure bom is een grote augurk, ingelegd in het zuur. De druif is een vrucht van de wijnstok; een muskadel is vroegrijp. Subtropische landen brengen zuidvruchten voort: dadels van de dadelpalm en citrusvruchten (zie aldaar) van boomsoorten van het geslacht Citrus. De peul (zie aldaar) springt langs rug- en buiknaad open (en is eveneens meerzadig en droog). De tweehokkige vrucht van de kruisbesbloemigen heet een hauw. Een kastanje is een vrucht van de kastanjeboom; de wilde kastanje (Aesculus hippocastanum) werpt in de herfst dolle kastanjes of paardekastanjes af. Tamme kastanjes zijn eetbaar.
Van sparren komen sparappels.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
vrucht
vrucht - zelfstandig naamwoord
1. voortbrengsel van boom, struik of plant
♢ peren, appels en noten zijn vruchten
1. de vruchten ervan plukken
[er voordeel van hebben]
2. het werpt vruchten af
[het heeft resultaat]
3. aan de vruchten kent men de boom
[je kent de mens door zijn daden]
4. een verboden vrucht
[iets dat niet is toegestaan]
2. ongeboren kind of dier
♢ via de televisie kon je de vrucht in de buik van de vrouw zien
Zelfstandig naamwoord: vrucht
de vrucht
de vruchten
het vruchtje
Synoniemen
foetus