Synoniemen zoeken
Synoniem van vrouw
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
vrouw
vrouw - in zeer informele stijl ook: wijf: 'een prima wijf', 'een vervelend wijf'. Dame en mevrouw zijn meer formeel. Afkeurende benamingen: vrouwmens, vrouwspersoon, mens ('dat mens van hiernaast'), teef, schepsel, wezen of, vrij grof, gleuf. Een lady of dame (ditmaal in een iets andere betekenis) is een vrouw met beschaving. Een ongetrouwde vrouw heette tot voor kort een juffrouw of, deftiger, mejuffrouw; jongedochter heeft inmiddels al een archaïstische klank. De half verdwenen term jongejuffrouw duidt een ongetrouwde vrouw van gegoede stand aan; oude vrijster of oude jongejuffrouw noemde men tot voor vrij kort een ongetrouwde vrouw boven de pakweg dertig jaar. Een deftige, getrouwde, rijpere vrouw heet een matrone. Oude(re) vrouwen worden soms schamper een oude taart genoemd. Een oud lijk of toverheks ziet er zeer verlept uit. Een zeer informele aanspreekvorm is mevrouwtje. Een schoonheid, venus of beauty (informeel) is erg mooi, een seksbom heeft een bijzondere seksuele aantrekkingskracht. De pin-up of pin-up-girl is een mooie vrouw wier portret soldaten en andere mannen aan de wand prikken. Veel wisselende seksuele contacten heeft de vrouw van lichte zeden (zie aldaar). Prostituées (zie aldaar) bedrijven tegen betaling geslachtsverkeer. Vamps of femmes fatales komen voornamelijk in films voor: verleidelijke vrouwen die mannen te gronde richten. Nieuwsgierigheid of ijdelheid is het kenmerk van een dochter Eva's. Zeer potige vrouwen noemt men manwijven, dragonders of virago's (zie: sekreet); daarbij is een feeks, helleveeg, harpij, xantippe, karonje of (in België) een garee kijfachtig aangelegd. Kenaus zijn bazige manwijven. Haaibaaien, haaiebaaien, heibeis of ka's zijn bazige, twistzieke vrouwen. Een duivelin is boosaardig, een kreng, heks, tang of spook kwaadaardig; een serpent is immoreel, misdadig, vals of venijnig. Spreekt ze daarbij ook nog kwaad, dan noem je haar een addertong of slang. Het woord poes gaat vergezeld van een prijzende bepaling: 'mooi', 'lekker' en dergelijke. Mensen hebben een werkster, werkvrouw, schoonmaakster, hulp of, in België, een huisvrouw als als betaalde helpster in de huishouding. Een huishoudster voert tegen betaling de huishouding in een gezin zonder moeder of bij een alleenstaande man. Anders staat er een vrouw des huizes aan het hoofd van de huishouding. Boers is de boerentrien, boerin of trien; lomp en groot het molenpaard of postpaard; bekrompen, stijf, vervelend of onhandig de trut, truttebol, tuttebel, tuthola of troela. Slonzen, morsebellen, lellebellen of totebellen zijn vuil en niet op properheid ingesteld. Blauwkousen zijn geleerd en onaantrekkelijk; ze interesseren zich niet voor 'vrouwelijke' bezigheden. Aan hoven zijn adellijke hofdames werkzaam die, wanneer ze aan het Nederlandse hof een grootmeesteres kunnen vervangen, een dame du palais heten. Edelvrouwen (zie aldaar) behoren tot een hofhouding. Bruin tot donkerbruin is de haarkleur van een brunette, blond die van een blondine. Een informeel woord is ziel: een beklagenswaardige vrouw. De man van een weduwe, weduwvrouw (informeel) of weeuw (archaïsme) is overleden; een adellijke weduwe heet een douairière. Moekes zijn dikke en moederlijke vrouwen, amazones zitten te paard. In wezen is een kindvrouwtje nog een kind, hoewel ze (net) getrouwd is. Oud is de bes, opoe, het besje of grootje (alle spottend bedoeld). Een Indiaanse vrouw wordt aangeduid als squaw of Indiaanse. De begijn, bagijn, geestelijke dochter, jezuïetes of het klopje is ongetrouwd en rooms-katholiek; tijdens de Nederlandse Republiek stonden begijnen priesters bij in hun kerkelijke bezigheden; ze waren niet gebonden aan een gelofte.
Zie: huwelijkspartner; meisje; vriendin.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
vrouw
vrouw - zelfstandig naamwoord
1. volwassen persoon van het geslacht dat kinderen baart
♢ in het onderwijs werken meer vrouwen dan mannen
2. persoon met wie een man getrouwd is
♢ mag ik je mijn vrouw voorstellen?
Zelfstandig naamwoord: vrouw
de vrouw
de vrouwen
het vrouwtje
Synoniemen
echtgenote, mevrouw, wijf
Tegenstellingen
echtgenoot, gemaal, heer, man, meneer, mijnheer, pief