Synoniemen zoeken
Synoniem van vriend
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
vriend
vriend - persoon voor wie men veel sympathie koestert en met wie men veel en/of diepgaand contact heeft. Heet in een soort VVD-jargon vrind. In België: kadul. Een vriend met wie je veel optrekt, heet in bargoens taalgebruik een gabber; gezel is synoniem, maar behoort tot het archaïstische idioom. Amice is een wat bekakte aanspreekvorm, en komt voor als aanhef in brieven. Een goede vriend heet in informele stijl ook een kameraad, maat of makker; deftiger is de term intimus. Huisvriend noemt men een vriend van de hele familie, die veel aan huis komt. Iemands beste vriend, met wie hij lief en leed deelt, is zijn boezemvriend of hartsvriend. Wanneer je vindt dat iemands vriend van een laag sociaal of moreel allooi is, noem je hem een kornuit, trawant, kompaan of je spreekt van iemands consorten (alleen meervoud). Bij een gastvriend heb je gastvrijheid genoten, of je hebt hem die verleend.
Zie: wapenbroeder.
Synoniemen Handboek
Jef Anthierens (1998)
Vriend
Gezegde(s):
• alter ego
• Castor en Pollux
• twee zielen in één zak
• twee hoofden onder één kaproen
• Petrus en Paulus
• twee handen op één buik
• twee luizen op één kam
Synoniemen Handboek Spreekwoorden
Gedigitaliseerd Ensie (1998)
Vriend
Spreekwoord(en):
• beter een goede buur dan een verre vriend
• vrienden in nood, honderd in een lood
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
vriend
vriend - zelfstandig naamwoord
1. persoon die je vertrouwt en aardig vindt
♢ Jan de Jong is mijn beste vriend
1. heb jij al een vriendje, Anna?
[heb jij al verkering]
2. dikke vrienden
[goede vrienden van elkaar]
3. hem te vriend houden
[ervoor zorgen dat hij je aardig blijft vinden]
4. even goede vrienden
[ik blijf je toch aardig vinden]
5. beter een goede buur dan een verre vriend
[goede buren kunnen sneller hulp bieden dan vrienden die ver weg wonen]
6. in nood leert men zijn vrienden kennen
[als je in nood bent, ontdek je pas wie je echte vrienden zijn]
7. valse vrienden
[woorden in verschillende talen die op elkaar lijken, maar verschillende betekenissen hebben]
8. van je vrienden moet je het maar hebben
[reactie als vrienden in gebreke blijven]
Zelfstandig naamwoord: vriend
de vriend
de vrienden
het vriendje
Synoniemen
gabber, kameraad, maat, makker
Tegenstellingen
vijand