Synoniemen zoeken
Synoniem van voorbij
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
voorbij
voorbij - [bnw] zeg je van iets dat is geëindigd en niet meer bestaat. In informele stijl: finito. Een verhouding of verloving is af of uit. Over zijn een weersgesteldheid, iemands boosheid, pijn en dergelijke. Werk of een feest, of iets waarbij men direct betrokken is geweest, heet afgelopen, ten einde, achter de rug. Perioden en de tijd zijn om.
Zie: stop.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
voorbij
voorbij - bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, voorzetsel
uitspraak: voor-bij
1. verstreken, achter de rug
♢ in de voorbije jaren is veel gebeurd
1. een kans voorbij laten gaan
[hem niet benutten]
1. wat vanzelf weer afloopt
♢ de uren kropen voorbij
1. in de lengterichting ervan
♢ Pepita liep voorbij de ramen
2. verder dan dat
♢ Quinten woont voorbij de voetbalvelden
Bijvoeglijk naamwoord: voor-bij
de/het voorbije ...
Synoniemen
om
Bijwoord: voor-bij
Voorzetsel: voor-bij
Synoniemen
langs